fbpx
100%
LESSONS & TOPICS

Trainingsmethoden

Trainingsmethoden

Hoe leert een hond?

Wanneer we kijken naar hoe vroeger honden getraind werden, was dit voornamelijk via negative reinforcement (negatieve beloning) (zie later) en straf. Gelukkig wordt er meer en meer gebruikgemaakt van positive reinforcement (positieve beloning) (zie later), wat het welzijn van onze honden ten goede komt.

Om honden te trainen, is het belangrijk om te weten hoe ze leren. Pas als je dat begrijpt, weet je ook hoe je op een diervriendelijke en effectieve manier jouw pup/hond kan opvoeden en trainen.

Het is niet de bedoeling dat jij trainer wordt, maar een basiskennis is toch belangrijk.

Laten we dit eens bekijken:

Gewenning – Habituatie 

Gewenning betekent dat we ernaar streven dat de hond prikkels, die hij eerst als ongewoon ervaart, meer en meer als normaal ervaart.

Habituatie is hetzelfde als gewenning maar dan op 1 specifieke prikkel.

Om een goede gewenning of habituatie te krijgen, is het belangrijk dat de hond geen negatief gevoel overhoudt aan de blootstelling van de prikkel.

Vermijd overprikkeling! Overprikkeling zorgt ervoor dat jouw hond te emotioneel wordt en de prikkel waaraan hij blootgesteld wordt, niet meer als neutraal zal ervaren.

Desensitisatie

Dit wordt gebruikt bij dieren (en mensen) waarbij er angsten of fobieën zijn. De hond wordt op een geleidelijke manier en op tempo van het dier blootgesteld aan de prikkel waarvoor hij bang is. Het is de bedoeling dat de hond op dat moment in een fase is van ontspannenheid. Omdat het dier geen stress ervaart en de blootstelling onder zijn stressdrempel gebeurt, ontstaat er geen angst. Heel geleidelijk aan wordt de intensiteit opgebouwd, zodat gewenning ontstaat en de angst met tijd verdwijnt. Hou er rekening mee dat dit een proces is van lange adem. 

Sensitisatie

Sensitisatie is het tegenovergestelde van desensitisatie: de hond wordt gevoeliger voor en reageert steeds heviger op een prikkel die eerder als neutraal werd ervaren. 

Sensitisatie kan optreden wanneer je tijdens de habituatie een prikkel aanbiedt die niet als neutraal wordt ervaren door de hond en hij er dus op reageert. De volgende keer dat je dezelfde prikkel aanbiedt, kan de hond nog feller reageren.

Inprenting

Inprenting gebeurt in de eerste levensuren/ weken van het dier. Alles wat binnen deze tijdsperiode gebeurt, bepaalt een deel van het wezen en is moeilijk omkeerbaar.

Generalisatie

Generalisatie betekent dat de hond een bepaalde reactie op een prikkel vertoont. Bij het waarnemen van een gelijkaardige prikkel, kan de hond op dezelfde manier reageren. Stel dat je hond reageert op de ‘bonk’ van een bal bij de buren, dan kan je hond mogelijks ook beginnen reageren op bijvoorbeeld een ‘bonk’ van een dichtslaande deur.

In groep leren

Dit betekent dat de hond meedoet met een bepaald gedrag als de andere honden rondom hem dat bepaald gedrag vertonen. Vb. 1 hond blijft en de andere honden blaffen mee, zonder echt te weten waarvoor ze blaffen. 

Sociaal leren

We weten ondertussen wel dat honden sociale dieren zijn. Dit wil zeggen dat ze graag in de omgeving zijn van zowel mensen als andere honden. Wanneer jouw pup in aanwezigheid is van een andere hond, kan hij die observeren en dat bepaald gedrag nabootsen. Sociaal leren heeft niks te maken met zogenaamde ‘commando’s maar met observeren. Vb. Als een hond aan iets ruikt, dan is het heel typisch dat andere honden die deze hond bezig zien, ook aan dezelfde plek willen ruiken. De ene hond loopt achter een bal aan en de andere doet dat ook. De ene hond blaft, de andere doet dit ook…

Onbewust leren

De hond doet onbewust ervaring op.Hier worden geen voor-of nadelen aan verbonden. 

Klassieke conditionering (Pavlov)

De wetenschapper Pavlov ontdekte in 1904 de zogenaamde kwijlreflex bij de hond: een onbewuste reflex die door een prikkel (voeding) werd uitgelokt.

De honden die deelnamen aan het experiment kregen gelukkig op tijd en stond eten door een medewerker. Na verloop van tijd begonnen de honden te kwijlen bij het zien en horen van de onderzoeker en nog voor het eten aanwezig was.

Vervolgens werd de komst van degene die het eten gaf, aangekondigd door een bel. Hierdoor begonnen de honden reeds te kwijlen bij het horen van de bel en dus voor het zien van de onderzoeker zelf.

Klassieke conditionering is iets wat dagelijks en zeer regelmatig gebeurt. Denk hierbij aan je hond die helemaal uit de bol gaat wanneer je de leiband nog maar neemt om te wandelen. Of het vastnemen van je sleutels die aankondigen dat je weldra zal vertrekken en je hond dus alleen achterblijft.

Klassieke conditionering ligt ook aan de basis van generalisatie. De angst voor de knal van onweer kan bijvoorbeeld de aanleiding zijn om ook angstig te reageren als de hond een sjot tegen een voetbal hoort.

Kwijlreflex in 1904 → onbewuste reflex die door door een prikkel werd uitgelokt

  • na tijd hond begon te kwijlen bij zien v onderzoeker, voor het zien v eten → rinkelen van bel → kwijlen bij horen van bel → verbanden leggen
  • voorbeeld deurbel. ih begin geen betekenis, later link bel = bezoek of nemen van leiband = wandelen, nemen van sleutels = eigenaar gaat weg
  • ontstaan van generalisatie → voorbeeld van voetbal Naya en gelijkaardige knal
  • of klikker = beloning

Operante conditionering (Skinner) = actief leren

Skinner is een wetenschapper die experimenten uitvoerde met ratten. Hij had hiervoor de zogenaamde Skinnerbox ontworpen. Een doos voorzien van een knop waarop de ratten konden duwen. Indien ze op de knop duwden, werd er eten aan de ratten aangeboden. Wanneer ze niet op de knop duwden, werd er logischerwijs geen eten aangeboden. De ratten hadden dus zelf invloed op de uitkomst van hun gedrag. Vonden ze de uitkomst van hun gedrag leuk, dan zag men dat ze het gedrag gingen herhalen. Vonden de ratten de uitkomst van hun gedrag echter niet leuk, dan gingen ze het gedrag niet meer vertonen.

Bij operante conditionering onderscheiden we 2 soorten versterking en 2 soorten straf:

  • positieve versterking/ beloning
  • positieve straf
  • negatieve versterking/ beloning
  • negatieve straf

De term ‘positief’ wijst erop dat er iets wordt toegediend of aangeboden aan de hond.

De term ‘negatief’ wijst erop dat er iets wordt weggenomen van de hond.

De term ‘straf’ wijst erop dat de hond de uitkomst als een straf ervaart en het voorafgaande gedrag dus minder zal vertonen.

De term ‘versterking/ beloning’ wijst erop dat de hond de uitkomst als een beloning ervaart en het voorafgaande gedrag dus meer zal vertonen.

  • skinnerbox → per ongelijk op knopje duwen = eten → herhalen
  • leren door straf en beloning. Dier zal invloed hebben op de uitkomst door gedrag te herhalen (wnr iets prettigs volgt) of vermijden (wnr iets onprettigs volgt)
  • belonen → herhalen van gedrag (leren opkijken tijdens wandeling)
  • Bekrachtiger → gedrag neemt toe
  • correctie → gedrag neemt af
  • negatief → iets weg nemen 
  • positief → toenemen

Corrigeren

Het spreekt voor zich dat wij absoluut geen voorstanders zijn van straf en correctie. Een aantal argumenten:

  • Het is wetenschappelijk bewezen dat honden meer probleemgedrag vertonen wanneer zij getraind worden op basis van straf. 
  • Er is een verhoogd risico op gezondheidsrisico’s door het verhoogd niveau aan mentale stress. Om nog maar te zwijgen van de lichamelijke impact door het lijfelijk straffen.
  • Corrigeren is gelinkt aan meer agressie naar andere honden. Heel vreemd is dit niet als je weet dat er nog veel gestraft wordt in de aanwezigheid van andere honden. Hierdoor kan je hond de link leggen: ‘Andere honden? Oei, ik kan gestraft worden.’ En waar sommige honden zich zullen terugtrekken, zullen andere honden kiezen voor de ‘aanval’ als anticipatie op de eventuele straf die van oorsprong zelf niks te maken heeft met de aanwezigheid van andere honden. Generalisatie, weet je nog.
  • Correcties die te pas en te onpas en dus onvoorspelbaar worden gegeven, hebben een zeer negatieve invloed op de hond. Bij testen met muizen is gebleken dat de muizen die een waarschuwing kregen voor ze een elektrische shock ontvingen minder stress vertoonden dan de muizen die helemaal geen waarschuwing kregen voorafgaand aan de shock. Pas op, dit is absoluut geen vrijgeleide om toch straf/ correctie te gebruiken. Sowieso wordt het mentaal welzijn van jouw hond zwaar teniet gedaan als je je wendt tot het gebruik van dergelijke methodes.
  • omdat correcties onvoorspelbaar zijn voor het dier heeft dit een sterke negatieve invloed op het dier. Zo zijn er testen uitgevoerd geweest met muizen. Er zaten 3 muizen in 3 verschillende kooien. De ene muis kreeg een lampje te branden wanneer het een elektrische shock kreeg, de andere muis kreeg geen waarschuwing wanneer het een elektrische shock kreeg en de laatste muis kreeg geen elektrische shocken. Bleek uit deze testen dat de middelste muis, die geen waarschuwingen kreeg, meer maagzweren aangemaakt van de stress. Dit omdat zijn omgeving onvoorspelbaar was. 

Belonen

Het spreekt voor zich dat belonen helemaal ‘onze dada’ is. Tegenstanders zijn ervan overtuigd dat je dan je hele leven vasthangt aan die beloningen of nog erger, dat de hond het maar voor jou moet doen en niet voor de beloning. Maar als ik me niet vergis, gaan we allemaal werken voor onze centjes en niet voor dat schouderklopje van je leidinggevende. Toegegeven, een schouderklopje is fijn, maar zal voor de doorsnee werknemer niet de nodige motivatie geven om verder te werken.

Als je een aantal richtlijnen in gedachten houdt, kan je elke tegenstand zo van tafel vegen:

  • Om het voor je hond duidelijk te maken wat je van hem/ haar verwacht, is het belangrijk dat je tijdens de aanleerfase alles wat je in de toekomst jouw hond eventueel opnieuw wil zien doen, beloont. 
  • Eens de hond de oefeningen in een bepaalde context kent, kan je in die specifieke context variabel belonen.
  • Generalisatie is de basis om ervoor te zorgen dat jouw hond ook op andere plaatsen dit gedrag zal vertonen. 
  • pas als je hond de oefening in elke situatie beheerst waarin hij leeft, mag je de beloning onvoorspelbaar maken.
  • Als je zou beslissen om voor een bepaald gedrag nooit meer te belonen, is de kans groot dat jouw hond zijn interesse verliest om dat gedrag te vertonen en dat het dus zal uitdoven. Dit is natuurlijk heel handig voor gedrag dat je jouw hond liever niet wil zien doen. 
  • De beloning is pas een beloning als de hond ze op dat moment en in die context ervaart als een beloning. Een beloning is dus, in tegenstelling tot wat velen denken, zeker niet altijd een snoepje. Stel dat je je pup zindelijk wil leren worden, dan kan het gebruik van een snoepje als beloning zeer efficiënt zijn als jouw hond ook honger heeft op dat moment. Maar als zijn buikje net vol is, dan is dat snoepje op dat moment misschien absoluut niet waardevol, maar kan een klein spelletje samen spelen een grotere beloning zijn.
  • De waarde van je beloning moet ook sterker zijn dan de waarde van de omgeving. Stel dat je jouw hond wil leren komen en je leert dit aan door middel van hele saaie droge koekjes, dan zal dit misschien werken in huis of een andere omgeving die voor de hond niet meer zo interessant of uitdagend is. Wil je je hond echter vragen hetzelfde te doen in een bos waar de geuren in zijn neus schieten zoals de geur van vers gebakken appeltaart bij ons, dan is de kans heel groot dat hij zijn spreekwoordelijke middelvinger zal opsteken omdat hij het echt niet de moeite vindt om die fantastische geuren op te geven voor saaie droge koekjes…
  • hond beheert de oefening  → variabel gaan belonen
  • generalisatiefase (andere omgevingen) → opnieuw weer alles gaan belonen
  • wanneer de hond de oefening in elke situatie beheerst → beloning onvoorspelbaar maken
  • niet meer belonen → hond verliest interest en gedrag dooft uit
  • beloning moet sterker zijn dan de omgeving (in huis: weinig prikkels, beloning iets minder sterk ok, buiten op straat: veel prikkels, zorgen dat beloning heel sterk is bv vlees dat hij anders nooit krijgt)

Training

Trainingsmethodes

Zoveel wegen er zijn naar Rome, zoveel methodes zijn er om een hond iets aan te leren. De methodes die we hier bespreken zijn enkel gebaseerd op positieve versterking. Jouw hond krijgt dus iets als hij bepaald gedrag (ver)toont en wat hij als een beloning ervaart. De kans dat hij dat bepaalde gedrag gaat herhalen om die beloning opnieuw te kunnen krijgen wordt dus groter.

Lokken (Luring)

Lokken betekent dat we een beloning (meestal een voertje) aan de neus van de hond houden. De hond zal het voertje volgen als je jouw hand beweegt waardoor je hem in een bepaalde lichaamshouding kan lokken. Denk hierbij aan de klassieke ‘zit’-oefening: je brengt het snoepje aan de neus van de hond en beweegt je hand heel langzaam naar boven. De kans is groot dat jouw hond op een zeker moment gaat zitten. Missie geslaagd! Als beloning krijgt jouw hond het voertje waarmee je hem gelokt hebt. Bij deze techniek is het van zeer groot belang dat je het snoepje aan de neus houdt en je hand niet bruusk wegtrekt als je hond beweegt. Hierdoor zal je hond immers denken dat hij vooral niet aan de snoep mag komen en blokkeren in zijn beweging.

Door te lokken kan je heel snel het gewenste gedrag bekomen, wat ineens ook een snelle beloning en weinig tot geen frustratie betekent voor de hond. 

Bovendien is het sowieso een goed idee jouw hond te leren hoe hij jouw hand kan volgen. Deze vaardigheid kan jullie later voor andere oefeningen nog zeer goed van pas komen.

Anderzijds kan er na een aantal keer de hond te lokken in een bepaalde houding, overgestapt worden naar een andere methode van trainen. door bijvoorbeeld enkel gebruik te maken van je handsignaal. 

Er zijn echter ook een aantal nadelen verbonden aan het uitlokken van gedrag:

  • De hond kan te opgewonden raken door het zien of de geur van het voertje waardoor de focus niet langer op iets bewust leren ligt maar eerder op het volgen van de snoep. Hierdoor kan het langer duren vooraleer je het gewenste gedrag hebt bekomen. Frustratie ligt dus op de loer, zowel bij jou als jouw hond.
  • Door te lang te lokken met een voertje bestaat de kans dat jouw hond het enkel nog wil doen wanneer je een voertje in je hand houdt. 
  • Voor sommige honden is het voertje zo belangrijk dat ze zichzelf overdoen: hun lichaam is eigenlijk niet in staat gelokt te worden in de positie die je hen vraagt. Een hond met artrose in een zithouding lokken die pijn veroorzaakt bijvoorbeeld.

Mocht je je hond iets willen aanleren door hem te lokken, denk er dan aan dat je ‘flink’ o.i.d zegt van zodra hij zich in de juiste positie bevindt. Dus stel dat je je hond wil lokken in de zitpositie, dan moet je ‘flink’ zeggen van zodra zijn poep/ achterwerk de grond raakt.

Handsignaal

Het gebruik van een handsignaal is het logische vervolg op het lokken met een snoep in de hand: namelijk lokken zonder snoep in de hand. Jouw hond heeft in een voorgaande fase geleerd om jouw hand te volgen om een gewenste lichaamshouding te bekomen en hiervoor beloond te worden. Door het weglaten van het voertje, wordt jouw hond zich nog meer bewust van zijn lichaam en de beweging die hij moet uitvoeren. Er wordt bijvoorbeeld 5 keer gelokt met voertje, waarna het voertje bij de 6e keer achterwege gelaten en enkel het handsignaal gebruikt wordt.

Met een handsignaal kan je eigenlijk alles aanleren, zolang het maar theoretisch correct gebeurt: van zitten, liggen… tot naar de het plaatsje van je hond leren gaan.

Vangen van gedrag (Capturing)

Vangen van gedrag betekent dat je letterlijk wacht tot jouw hond het gewenste gedrag uitvoert, helemaal uit zichzelf zonder dat je hem iets gevraagd hebt, zonder dat je hem hiertoe gelokt hebt. Door hiervoor te belonen en als jouw hond die beloning op dat moment waardevol vindt, bestaat de kans dat hij dit gedrag opnieuw zal vertonen waardoor je het opnieuw kan belonen,… Je streeft naar een flow waarbij jouw hond niet meer hoeft na te denken over datgene wat hem iets leuks/ lekkers oplevert. Als je die flow hebt, ga je het signaal dat je aan het gedrag wil koppelen, geven vlak voor jouw hond het gedrag begint uit te voeren.

Het grote voordeel van deze methode is dat jouw hond zich heel bewust wordt en is van het gedrag waartoe hij uitgenodigd wordt dit te doen.

Hier is het wel belangrijk dat je dan het commando van het liggen geeft op het moment dat hij juist neer ligt. Wanneer er geen commando gegeven wordt, denkt de hond dat hij zomaar beloond wordt. Het voordeel van het vangen van gedrag is dat de hond leert om het gedrag onafhankelijk uit te voeren. De hond is bewuster van zijn gedrag. Het werd al aangekaart dat dit bijvoorbeeld gedaan wordt wanneer jouw hond gaat liggen. Op het moment dat hij dit gedrag zelf uitvoert, voelt hij zich ontspannen om te beslissen te gaan liggen. Wanneer we een hond laten liggen is het ook de bedoeling dat hij zich ontspannen voelt. Daarom dat het interessant is dat een hond dit uit zichzelf kan doen. Dus op het moment dat hij gaat gaan liggen, dan geef jij jouw commando en volgt direct de beloning. 

Shapen

Shapen betekent dat je

het gedrag dat je wil aanleren in hele kleine stukjes opbreekt en jouw hond beloont voor het het vertonen van die kleine stukjes en dus voor elke stap in de goede richting van het gewenste gedrag.

Een voorbeelden om het te verduidelijken: je wil je hond leren naar zijn bench te gaan als je hem daartoe uitnodigt.

  1. Je bevindt je samen met jouw hond in de ruimte waarin de bench staat. Sta zelf vlakbij de bench. 
  2. Op het moment dat jouw hond richting de bench kijkt, zeg je ‘flink’ en geef je hem een beloning. 
  3. Herhaalt jouw hond dit gedrag, dan zeg je opnieuw ‘flink’ en beloon je. 
  4. Dit hou je vol tot jouw hond het door heeft dat hij tot vlak bij de bench moet stappen.
  5. De volgende stap zou kunnen zijn dat jouw hond zijn hoofd in de bench steekt. Op het moment dat dat gebeurt zeg je ‘flink’ gezegd en beloon je. Idealiter geef je een beloning de bench en een tweede weg van de bench zodat de hond opnieuw dichter moet komen. 
  6. Je blijft dit gedrag belonen tot jouw hond door heeft dat hij zijn hoofd in de bench moet steken. 
  7. Dit kan vervolgd worden door het belonen van de hond wanneer hij een pootje in de bench zet. 
  8. 2 pootjes in de bench
  9. …
  10. Tot je hond helemaal in de bench zit/ ligt 

Het voordeel hierbij is dat de hond zelf uitzoekt hoe hij een beloning kan krijgen. Door zelf te zoeken kan hij ook beter onthouden wat de bedoeling is. 

Om zo succesvol mogelijk te zijn en de frustratie bij je hond zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk tijdens de aanleerfase te oefenen in een prikkelarme omgeving zodat jouw hond zich ten volle kan concentreren.

Moulding

Moulding is een Engelse term om aan te geven dat je je hond door middel van fysische druk in een bepaalde positie/ lichaamshouding kan brengen. Een klassiek voorbeeld is het duwen op de poep om de hond te laten zitten. Omdat dit een techniek is waarbij er letterlijk druk wordt uitgeoefend op het lichaam van de hond, staan we hier helemaal niet achter, dit om een aantal redenen:

  • de hond krijgt geen keuzevrijheid, hij wordt gedwongen om iets te doen. Dit staat lijnrecht tegenover onze visie.
  • het is een methode die schade kan toebrengen aan het lichaam van je pup/ hond. Pups zijn nog niet volgroeid. Hun skelet, spieren, pezen, gewrichten zijn nog heel zwak en broos. Elke druk die wordt uitgeoefend hierop kan aanleiding geven tot permanente schade. Ook voor oudere honden of honden die last hebben van artrose of andere pijnlijke kwalen, is het niet aangenaam om op deze manier in een positie te worden geforceerd. De kans is dan bestaat dan ook dat jouw hond zich genoodzaakt voelt zich te verdedigen.
  • Omdat je hond continu gedwongen wordt om iets te doen (bv gaan zitten), is de kans heel klein dat hij hieruit leert. Dit kan zijn omdat hij het niet leuk vindt en het dus niet wilt herhalen, maar ook omdat hij hier niet bij nadenkt wat er van hem verwacht wordt. Hierdoor worden geen verbindingen gemaakt in de hersenen waardoor hij de link niet kan leggen tussen (gedwongen) zitten en een beloning krijgen. Verwacht je toch dat jouw hond hieruit leert, dan is de kans op frustratie bij jou groter. We merken dat dit dan ook regelmatig afgereageerd wordt op de hond. Dit zorgt er dan opnieuw voor dat dit een negatieve invloed heeft op jullie relatie. Wij raden dus sterk af deze techniek te gebruiken. 

Management

Zolang jouw hond het aan te leren gedrag nog niet kan of kent in een bepaalde context moet je managen. Met andere woorden, je zorgt ervoor dat jouw hond niet in de fout kan gaan zonder hem telkens te moeten corrigeren (want daar zijn we geen voorstander van ;-)) 

Stel dat je bezoek ontvangt en er staan hapjes op de salontafel. In ons ideaalbeeld ligt onze hond op zijn kussen of matje, lekker gezellig bij ons en komt hij zeker niet aan de hapjes. Maar… we weten ook dat dit niet met een vingerknip is aangeleerd. Je hond uitnodigen naar zijn kussen te gaan en daar te blijven terwijl er super lekkere hapjes in zijn buurt staan, vraagt niet alleen een aantal goed onderbouwde oefensessies, maar ook behoorlijk wat zelfcontrole. Dat laatste is iets wat ook met de leeftijd zal groeien. Zolang je hond dus niet in staat naar zijn matje te gaan in de aanwezigheid van vreemde mensen en hapjes op de tafel, moet je managen door bijvoorbeeld gebruik te maken van een leiband om zo te verhinderen dat jouw hond aan de hapjes kan raken. Of je maakt gebruik van kinderhekjes zodat jouw hond even tot rust kan komen in een andere ruimte. Liever dit dan dat je de hele tijd terwijl je bezoek er is, moet foeteren op je hond. Want ook dat is nefast voor jullie vriendschapsrelatie.

Belonen

Het spreekt voor zich dat belonen helemaal ‘onze dada’ is. Tegenstanders zijn ervan overtuigd dat je dan je hele leven vasthangt aan die beloningen of nog erger, dat de hond het maar voor jou moet doen en niet voor de beloning. Maar als ik me niet vergis, gaan we allemaal werken voor onze centjes en niet voor dat schouderklopje van je leidinggevende. Toegegeven, een schouderklopje is fijn, maar zal voor de doorsnee werknemer niet de nodige motivatie geven om verder te werken.

Waarom en hoe gebruiken we beloningen:

  • Om het voor je hond duidelijk te maken wat je van hem/ haar verwacht, is het belangrijk dat je tijdens de aanleerfase alles wat je in de toekomst jouw hond eventueel opnieuw wil zien doen, beloont. 
  • Eens de hond de oefeningen in een bepaalde context kent, kan je in die specifieke context variabel belonen.
  • Generalisatie is de basis om ervoor te zorgen dat jouw hond ook op andere plaatsen dit gedrag zal vertonen. 
  • pas als je hond de oefening in elke situatie beheerst waarin hij leeft, mag je de beloning onvoorspelbaar maken.
  • Als je zou beslissen om voor een bepaald gedrag nooit meer te belonen, is de kans groot dat jouw hond zijn interesse verliest om dat gedrag te vertonen en dat het dus zal uitdoven. Dit is natuurlijk heel handig voor gedrag dat je jouw hond liever niet wil zien doen. 
  • De beloning is pas een beloning als de hond ze op dat moment en in die context ervaart als een beloning. Een beloning is dus, in tegenstelling tot wat velen denken, zeker niet altijd een snoepje. Stel dat je je pup zindelijk wil leren worden, dan kan het gebruik van een snoepje als beloning zeer efficiënt zijn als jouw hond ook honger heeft op dat moment. Maar als zijn buikje net vol is, dan is dat snoepje op dat moment misschien absoluut niet waardevol, maar kan een klein spelletje samen spelen een grotere beloning zijn.
  • De waarde van je beloning moet ook sterker zijn dan de waarde van de omgeving. Stel dat je jouw hond wil leren komen en je leert dit aan door middel van hele saaie droge koekjes, dan zal dit misschien werken in huis of een andere omgeving die voor de hond niet meer zo interessant of uitdagend is. Wil je je hond echter vragen hetzelfde te doen in een bos waar de geuren in zijn neus schieten zoals de geur van vers gebakken appeltaart bij ons, dan is de kans heel groot dat hij zijn spreekwoordelijke middelvinger zal opsteken omdat hij het echt niet de moeite vindt om die fantastische geuren op te geven voor saaie droge koekjes…

Het is heel menselijk om te focussen op wat verkeerd gaat, op het negatieve. Onze maatschappij is gebaseerd op correctie en straffen. Te snel gereden? Boete… Te laat betaald? Extra kosten… Maar helpt dit effectief om ervoor te zorgen dat we de volgende keer ons gaspedaal toch niet wat dieper zullen induwen? We hebben er onze twijfels bij.  

Belonen of bekrachtigen betekent net het omgekeerde. Je legt de focus op het positieve. Vertaald naar het hondenleven: op datgene dat je jouw hond in de toekomst opnieuw wil zien doen. Dat wordt dan beloond.

Stel dat jouw hond opspringt. Hoe vaak heb je misschien al niet gezegd ‘niet opspringen’ terwijl je hond aan het opspringen is? Het helpt niet hé? Sterker nog, door te herhalen ‘niet opspringen’ terwijl je hond opspringt, kan hij mogelijks leren dat ‘niet opspringen’ het signaal wordt om op te springen. Dus je bekomt compleet het tegenovergestelde. Wat moet je dan wel doen? Aandacht geven aan hetgeen je jouw hond in de toekomst wil zien doen. In dit geval: pootjes op de grond houden. Concreet kan je het springen geen aandacht geven. Dit is niet hetzelfde als de hond negeren. We negeren wel het springgedrag. Maar van zodra je hond met zijn 4 pootjes op de grond staat moet je hem belonen.

Een beloning is iets wat de hond op dat moment als een beloning ervaart. Het is dus belangrijk te weten wat jouw hond op een bepaald moment, in een bepaalde context nodig heeft en dus als een beloning kan ervaren.

Laat ons teruggaan naar het opspringen. Als je net thuis komt, is de kans zeer groot dat jouw hond opspringt omdat hij jouw aandacht wil, omdat hij jou wil begroeten en nood heeft aan liefde. Stel dat je je hond bij het neerzetten van zijn pootjes beloont met een snoepje, dan zal jouw hond dat waarschijnlijk maar misschien ook niet, aanvaarden. Maar is dat snoepje wel hetgeen hij initieel wou? Neen. Hij wil liefde en aandacht. De beste beloning op dat moment voor het op de grond houden van zijn pootjes, is dus aandacht en liefde geven.

Sta je daarentegen met snoepjes in de hand en springt jouw hond op omdat hij heel graag een snoepje uit je hand wil, dan zullen aandacht en liefde niet de juiste beloning zijn. Een snoepje krijgen wanneer je hond zijn pootjes op de grond houdt, des te meer.

Je hond kan dus hetzelfde gedrag uitvoeren op verschillende momenten en in verschillende contexten, maar de motivatie om dat gedrag te vertonen kan zeer uiteenlopend zijn. Vind de motivatie en je komt automatisch bij de juiste beloning uit.

We krijgen vaak de vraag: ‘Als ik mijn hond aai, is dat toch ook een beloning?’ Helaas niet. Het is niet omdat jij het aaien als een beloning bedoelt, dat jouw hond dat ook als een beloning ervaart. Heel veel mensen aaien hun hond als ‘beloning’ nadat ze de hond gevraagd hebben om te komen. Maar wij zien dat de honden zich op dat moment vaak terugtrekken, wegkijken en heel snel weer weg zijn in plaats van even bij de geleider te blijven. Een heel duidelijk (stress)signaal dus dat de hond het aaien op dat moment absoluut niet als een beloning ervaart. In het slechtste geval kan jouw hond dit als een straf ervaren en je ‘kom hier’-signaal kan zelfs teniet gedaan worden als je systematisch jouw hond aait (en dus in zijn ogen misschien straft) als hij bij jou is gekomen. Als jouw hond daarentegen ‘s avond lekker ontspannen is en gezellig bij jou ligt dan is de kans veel groter dat hij het geaaid worden op dat moment wel heel hard kan waarderen. Kijk dus heel goed naar de lichaamstaal en de context van jouw hond bij het aanbieden van de beloning: komen er stresssignalen aan te pas? Of is er net vraag naar meer van die beloning?

De ene beloning is de andere niet. Hun waarde kan verschillen van individu tot individu. Wat wij immers lekker vinden, kan jij misschien ‘bèkes’ vinden en omgekeerd. Zo is het net bij honden. Maar ook de context waarin je de beloning aanbiedt, speelt een zeer belangrijke rol in je beslissing voor een bepaalde beloning.

Stel je oefent in huis, de gewone leefomgeving van jouw hond. En je gebruikt het eten (brok vb.) van jouw hond als beloning. Dan is de kans heel groot dat dit zal werken op voorwaarde dat jouw hond zonder iets voor zijn brokjes te moeten doen, zijn brokjes met plezier opeet.

Maar als je diezelfde brokjes wil gebruiken in een veel moeilijkere context, vb. in een bos, dan verkleint de kans zienderogen dat diezelfde brokjes waarmee je thuis wel succes had, dezelfde motivatie opwekken bij jouw hond omdat de afleidingen, prikkels,… veel groter en interessanter zijn dan in zijn gewone thuisomgeving. Stukjes gekookt kippenwit, kunnen in die context misschien wel succes creëren..

Je kan je beloningen en contexten een waarde geven. De brok is misschien een +10 waard, het gekookt kippenwit +30, de thuisomgeving een +5 en het bos een +20. Met de brok kan je de afleidingen thuis overtreffen, maar in het bos niet. Maar met het kippenwit kan je wel succesvol zijn in het bos.

Pas je beloningen dus aan aan de context waarin je je bevindt samen met jouw hond en waar je mogelijks iets verwacht van hem. 

Als je hond het moeilijk heeft in een bepaalde context, stel je dan in eerste instantie de vraag: heb ik de juiste motivatie mee? 

Een andere belangrijke factor is de gemoedstoestand van jouw hond. Is jouw hond ontspannen of niet in de omgeving waarin je mogelijks iets van hem verwacht? Als je hond zich immers niet ontspannen voelt en misschien zelfs angstig is, dan is de kans zeer groot dat hij geen eten zal aanvaarden. Om de heel eenvoudige reden dat eten niet belangrijk is als je je in een overlevingsmodus bevindt. Vergeet het dan ook maar dat je überhaupt iets kan verwachten van jouw hond. Je mag zelfs niks verwachten van jouw hond. Teruggaan naar de auto en op zoek gaan naar een veilige omgeving is op dat moment topprioriteit.

In de voorgaande voorbeelden hebben we vooral gesproken over voeding als beloning. Maar zoals gezegd, kan de motivatie verschillen van individu tot individu, van dag tot dag, van uur tot uur, van context tot context.

Er zijn dus ook andere soorten beloning die je kan gebruiken en binnen die soorten kan je nog eens een onderverdeling maken

  • eten: droge snoepjes, kippenwit, harde geitenkaas, worstjes, hesp,…
    Tip! Hoe sneller de snoepjes doorgeslikt zijn, hoe beter. Pas de hoeveelheid snoepjes aan in functie van het gewicht van je hond en van wat hij aan gewone voeding nog moet eten. je kan uiteraard ook de hoeveelheid gewone voeding aanpassen in functie van hoeveel voertjes je gebruikt hebt om te oefenen. Overgewicht is sowieso een no go, zeker niet bij pups omdat de broze gewrichten dan te veel belast worden.
  • spel: een apporteerspelletje, een trekspelletje,… ook het speeltje waarmee je speelt kan de motivatie naar boven of beneden halen. Denk aan een balletjes
  • sociale interactie: aaien, achter elkaar lopen, spelend vechten, tikkertje spelen…

Markeerders

Tijdens je training is het van belang dat je naar je hond toe communiceert wanneer en wat hij juist gedaan heeft. De juiste timing van deze communicatie is zeer belangrijk om er zeker van te zijn dat jouw hond begrijpt waarvoor hij beloond wordt..

Met een markeerder kan je heel snel duidelijk communiceren: ‘Dit is het juiste gedrag, heb je even geduld? Ik geef zo dadelijk jouw beloning’. Het is alsof je op het knopje duwt van je camera op het moment dat jouw hond het gewenste gedrag vertoont en vervolgens die foto aan je hond toont en zegt: ‘Hiervoor wordt je beloond’. Doordat je inderdaad een beloning geeft na het vertonen van het juiste gedrag, stijgt de kans dat jouw hond dit gedrag zal herhalen. Dit verklaart ook ineens waarom die timing zo belangrijk is. Want als je timing verkeerd is, dan kan jouw hond denken dat hij voor iets anders beloond wordt dan hetgeen jij voor ogen hebt.

Stel dat je jouw hond wil leren om jouw hand aan te raken met zijn neus, dan is het juiste moment om te markeren het moment dat je de neus van jouw hond tegen jouw hand voelt. Stel dat je daarentegen markeert op het moment dat je hond zijn neus net wegtrekt van jouw hand, dan kan hij denken dat hij jouw hand vooral niet moet aanraken.

Juist is: Hond raakt jouw hand aan met zijn neus – markeer – beloning aanbieden

Markeren doe je door ‘flink’ te zeggen, of ‘goed zo’ of iets dergelijk. Maar je kan ook gebruik maken van een clicker. Dit ‘apparaatje’ maakt een ‘klikgeluid’ als je erop duwt. Voor je een markeerder kan gebruiken tijdens je training moet je die aanleren. Dit doe je door vb. ‘flink’ te zeggen, 1 secondje te wachten en dan een snoepje te nemen en te geven. Herhaal dit ongeveer 10x en je kan het introduceren in je training.

Het voordeel en nadeel van je stem als middel om te markeren is de emotie die je erin kan leggen. Ben je te enthousiast, dan kan jouw hond ook zijn focus kwijt raken. Klinkt jouw stem wat zwaarder en streng, dan kan de hond zich misschien gestraft voelen. Een verbale markeerder kan tevens verloren gaan in de omgevingsgeluiden of tussen andere gesproken woorden.

Met een clicker kan je bovenstaande nadelen wegwerken: hij is neutraal, klinkt altijd hetzelfde en als je hem goed gebruikt, kan de clicker jouw beste vriend zijn. Maar gebruik je hem verkeerd, dan kan hij je ergste vijand zijn.

Het is heel belangrijk dat de timing van jouw markeerder goed zit. Het gevaar is dat wanneer je timing niet correct is, de training verwarrend kan worden voor de hond of dat hij iets verkeerd aangeleerd wordt. 

Beloningsschema

Voortdurende bekrachtiging

De hond wordt altijd beloond als hij het vooropgestelde gedrag vertoont. Zeker in een aanleerfase is het van groot belang dat jouw hond. pup altijd beloond wordt om zo snel en efficiënt mogelijk te leren wat er precies van hem verwacht wordt. Hierdoor vermijd je ook onnodige frustratie.

Vaste ratio

De hond wordt beloond na het vertonen van een vast aantal herhalingen van het vooropgestelde gedrag.

Variabele ratio of intermitterend belonen

Dit schema mag je enkel volgen als de hond het gedrag in de context waarin je het het vraagt, heel goed kent. De hond wordt beloond voor het variabel aantal keer vertonen van het vooropgestelde gedrag. Dit kan bvb. na 5 keer zijn, de volgende keer na 3 keer, nadien na 7 keer… Het voordeel van dit schema is dat de honden nooit precies weten wanneer ze beloond worden, dus ze zullen het gedrag langer goed vertonen.

Vaste interval

Het vooropgestelde gedrag wordt pas na een vooraf vastgestelde duur beloond.

Variabele interval

De hond wordt beloond na een variabele duurtijd. Vb. de ene keer na 5 seconden, dan na 10 seconden, na 8 seconden… Je hond zal hierdoor makkelijker het gedrag langer langer kunnen vertonen.